[Lat. = al wat draait, ook: top, spits, hemelpool; draaikolk, wervelwind, van vertere = keren, wenden]
1 kruin, top;
2 (astr.) vluchtpunt, het punt aan de hemel waar de evenwijdige banen van een groep sterren, van de aarde uit gezien, naar elkaar convergeren en hun verlengde banen elkaar schijnbaar zullen snijden.