[v. MLat. rastellum = draadtralie, rooster, van Lat. raster = tweetandig houweel, vgl. OFr. rastel = getand voorwerp, hark; vgl. Ned. ruif]
1 hekwerk van latten, netwerk van gevlochten ijzerdraad;
2 glasplaat met fijne horizontale en verticale lijnen die voor reproduktie van foto's in drukwerk wordt gebruikt.