[Lat. convectio = het bijeenbrengen, van con-, z.a., en vehere, vectum = bewegen, voeren, brengen]
1 overbrenging van warmte door stromende moleculen in gas of vloeistof, dus door een zich bewegende middenstof;
2 (met.) opstijgende of dalende luchtmassa's (dus verticale beweging) in de dampkring.