Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

Gepubliceerd op 14-11-2019

vromicheit

betekenis & definitie

Dit woord, dat momenteel verouderd is, betekende vooral in de 17de eeuw ‘godsvrucht, godvrezendheid’. Voor een vergelijkbare ontwikkeling van eedformule tot zelfvervloeking zie men onder wet. De formule zweren bi sijnre/mijnre vromicheit kon ook ontaarden in een zelfvervloeking in de betekenis ‘ik moge mijn morele, geestelijke, intellectuele kwaliteiten waardoor ik boven anderen uitsteek, verliezen als ik de waarheid niet spreek’. zie waardigheid.

< >