Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

Gepubliceerd op 14-11-2019

kut, kutje

betekenis & definitie

Het voorkomen van kut (1989)01 de verwensing krijg de kut! is enigszins verrassend. Als taboewoord maakt kut in onze tijd furore.

Het ligt voor de hand aansluiting te zoeken bij de betekenis van kut in samenstellingen als kutding, kutkind, kutblaag, kuthoofd, kutjong, kutklote, kuttenkop, kutlul, kutbal, kutwijf en kutvent. Kut- betekent daar ‘vervelend, onaangenaam’. Krijg de kut betekent dan zoveel als ‘krijg iets onaangenaams’.

Als vloek veroorzaakt kut een blikseminslag. De taboewaarde ervan is zeker voor de oudere generatie zeer hoog.

Het is vaak een substituut voor de blasfemie godverdomme. Bij de jeugd heeft het daarentegen als stopwoord dezelfde betekenis als oeps (Kuitenbrouwer 1996: 86). Opvallend frequent gebruik is er de oorzaak van dat het taboeiserend effect afslijt.

Versterking was ook hier nodig, en om dat te bewerkstelligen wordt de telescopische herhaling van stal gehaald: kutkutkut en kutshitshitshitshitkut. Ook aan de ziekteverwensing wordt kut ter versterking toegevoegd: kutkankertering en kutshittyfuspokkentering. Kut gebruikt men in geval van meningsverschil, tegenstelling e.d., maar zonder vijandige bedoelingen. Kut en de versterking zwaar kut geven onmacht aan, onverschilligheid, vervreemding ook. De verwensing kut met peren! heeft soms dezelfde functie als shit en drukt een negatief gevoel van ontmoediging, heftige verontwaardiging, ergernis, wrok, ongewone geprikkeldheid of agitatie uit.

De uitwerking van een verwensing als ga terug in de kut van je moeder/, opgegeven door een zestienjarige scholiere uit Beverwijk, is gelijk aan de vervaarlijke klappen van een slagwerk. De opgeschroefde emotie die zij uitdrukt, wijst op absolute haat en minachting.

Een merkwaardig geval is de samenstelling kutjefuckie. Het zonderlinge zit hem hier in het tweemalige gebruik van het verkleiningssuffix.

De obscene betekenis, die het woord een soort onderhuidse spanning geeft, wordt door die verkleiningssuffixen volledig geneutraliseerd en er ontstaat bijna een kooswoord.

De betekenis van de uitroep zal niet meer zijn dan ‘god wat erg’. In jeugdtaal komt de uitroep kutje hef. voor om ongeloof tot uitdrukking te brengen (Hoppenbrouwers 1991: 46).

En ook je kan mijn kutje kussen! en je mag mijn kut kussen! zijn onder de jeugd zeer gewoon. Diezelfde jeugd verzwakt de vloek tot kutje! Een zegsman uit de Beemster attendeert mij erop, dat kudt gespeld met Idtl deftig is.

In de Volkskrant van 6 januari 1997 staat als kop boven een verslag van een journalist die zelf deelnam aan de Elfstedentocht: “Woede in ’t donker: cAaah! kut tering ijs!’” Kuf heeft hier duidelijk de plaats ingenomen van godverdomme. Het drukt in dit citaat dezelfde energie-explosie van woede uit als die vloek. zie bef, gaan, kloot, godver(de)kut, klapkut, tochtkut, vetkut, zweetkut.

< >