Antarctische landen, de landen gelegen binnen of in de nabijheid van den Zuidpooleirkel. Hiertoe behooren: de ZuidShetlandeilanden, ten z.o. van de zuidspits van Amerika, reeds in 1594 door Dirk Gerrits gezien; ten z. daarvan Grahamsland, 1832 door Biscoe, en Alexanderland, 1821 door Bellingshausen ontdekt; verder ten z. van NieuwZeeland: Victorialand (ontdekt door Koss, 1841), met de vulkanen Erebus en Terror, ten z. van Nieuw-Holland: Wilkesland (Wilkes, 1839 —40) en ten o. daarvan Enderbysland (Biscoe, 1831).
De Z. zijn nog zeer onvolledig bekend. In den laatsten tijd zijn er verschilt. expedities heengezonden: een Belgische onder de Gerlache, een Engelsche onder Borchgrevink, een Duitsche onder Drygalski. Literatuur: Ruge, Das unbekannte Südland (in de ,,Deutsche Geograph. Blatter” Heft 3, Brem. 1895), Wegener, Der Südpol, die Südpolarforschung und die deulsche Südpolarexpedition (Berl. 1897), Fricker, Antarctis (ald. 1898), F. A. Cook, Through the first antarctic night, 1898 —99 (Lond. 1900, Duitsch 1903), Bernacchi, To the south polar regions, 1898—99 (ald. 1901), Borchgrevink, First on the antarctic continent (ald. 1901), de Gerlache, Quinze mois dans VAntarctic (Parijs 1901), Hassert, Die Folarforschung (Lpz. 1902), Balch, Antarctica (Philad. 1902), von Haardt, Südpolarkarte (1:10.000.000, Weenen 1896), Herrich, Neueste Handkarte der Geblete urn den Südpol (Glogau 1897), Stamford, South polar chart (1:2.225.000, Lond. 1901).