een larvenvorm van sommige schaaldieren, met slechts 7 paren ledematen, groote en ongesteelde facetoogen, terwijl ademhalingsorganen (kieuwen) nog ontbreken. Evenals bij den Naupliusvorm, hield men vroeger den Zoëavorm voor een afzonderlijk geslacht.
Zie ook bij Schaaldieren en Decapoda.