eiland in de Zuiderzee, 25 km.3 groot, aan de laaggelegen punten door dijken beschermd. W. wordt voor het eerst vermeld in een oorkonde uit de 8ste eeuw, onder den naam Wiron.
In 1184 onderwierp graaf Floris III, in zijn oorlog tegen de Friezen, Texel en Wieringen aan een brandschatting zoo zwaar, dat men nauwelijks geloof kan hechten aan hetgeen de oude geschiedschrijvers daaromtrent melden. In 1427 was Willem van Brederode, die ^ten behoeve van gravin Jakoba met een aantal schepen in de Zuiderzee kruiste, bezig om W., gelijk hij reeds Texel gedaan had, aan haar gezag te onderwerpen, toen een vloot, welke Amsterdam, Hoorn, Enkhuizen en de overige watersteden bijeengebracht hadden, om de Hoekschen uit zee te drijven, hem niet ver van eerstgenoemd eiland aangreep en hem een volkomen nederlaag toebracht. In 1491 verscheen een ander bevelhebber der Hoekschen, Jan van Naaldwijk, zijn voordeel willende doen met de onlusten, door het Kaas-en-broodvolk in het Noorderkwartier verwekt, evenzo o in de Zuiderzee en vermeesterde Texel en WhHierbij gaf hij voor, de bewoners van de zoo drukkende schattingen te willen bevrijden,, en kreeg alzoo een talrijken aanhang. Tijdens, den oorlog met Karel van Gelder leed W. zwaar (1522); h^t moest een brandschatting opbrengen, nadat reeds 60 huizen verbrand waren. Herhaaldelijk had het eiland ook van zware overstroomingen te lijden, laatstelijk nog in 1825, W. vormt een gemeente van Noord-Holland (arrond. Alkmaar, kanton Helder); het bevat de dorpen Hippolytushoef, Westerland, Den Oever, Stroe en Oosterland, alsmede eenige gehuchten, en telde 1 Jan. 1906: 2980 inw. Kiesd. Den Helder, pers. bel. 8ste klasse.