Gepubliceerd op 14-03-2021

Wichèrs

betekenis & definitie

Nederl. geslacht, dat ten tijde van Alba’s schrikbewind van Zuid-Nederland naar Groningen verhuisde. Van de leden vermelden wij:

Johan W., geb. 1616 te Groningen, waar hij verschill. hooge ambten bekleedde (burgemeester enz.) en 1667 overl.

Wicher W., staatsman, nam in 1700 deel aan de onderhandelingen met den franschen gezant d’Avaux ter voorkoming van den spaanschen successie-oorlog, en in 1713 aan die betreffende het voorloopige barrière-tractaat met Engeland. Hij overl. 1715.

Hendrik Ludolf W., staatsman en financier, geb. 1747 te Groningen, stud. in de rechten, bekleedde in zijn geboorteplaats verschillende ambten, werd gedurende de omwenteling van 1795 daaruit ontzet en trok zich toen uit het openbare leven terug, om zich geheel aan wetensch. studiën te kunnen wijden. Weldra werd hij uitgenoodigd weer in staatsdienst te treden; hij weigerde dit echter, als in strijd met den eed, op de constitutie afgelegd, totdat de erfstadhouder in een eigenhandig schrijven hem van zijn verplichtingen ontsloeg. Hij kreeg daarop zitting in allerlei bestuursen regeeringslichamen en Was na de inlijving van ons land bij Frankrijk eenigen tijd prefect van het dept. Wester-Ems. Onder Willem I was hij 1815—18 directeur-generaal der indirecte belastingen en der convooien en licenten, als hoedanig hij in 1816 een nieuw stelsel van heffing van in- en uitvoerrechten ontwierp en in de Staten-Generaal verdedigde, waar het in Oct. van dat jaar werd aangenomen. 1818—20 was hij lid van den Raad van State. Hij overl. in 1840. Hij schreef o. a. een Verklaring van het traktaat van de reductie der stad Groningen aan de Unie van Utrecht (2 stukken, 1797).

< >