met den bijnaam Afer (Afrikaan, naar zijn geboorteland) rom. blijspeldichter, geb. omstreeks 1*90 v. Chr. te Carthago, kwam op jeugdigen leeftijd naar Rome als slaaf van den senator Terentius Lucanus, die hem vrijliet; hij overl. 159 of 158.
T. verkeerde in den letterkundigen kring van den jongen Scipio Africanus en Laelius. Het zestal blijspelen, welke T. schreef en te Rome op het tooneel bracht, zijn bewaard gebleven; het zijn: Andrio, Eu noch oPhorntio, Heaitton liniontmenos, Flecgro en Adelphoe, waarvan verschillende uitgaven en vertalingen bestaan.