fransch philosoof en staatsman, 1763—1845, was advocaat te Parijs en sloot zich aan bij de revolutie; als knap volksredenaar kwam hij weldra in den gemeenteraad, doch nam zijn ontslag na de vlucht des konings; in Mei 1797 kwam hij in den Raad der Vijfhonderd, waaruit hij echter ten gevolge van den staatsgreep van 18 Fructidor (4 Sept. 1797) verwijderd werd; 1811 —13 was hij professor der philosophie en oefende grooten invloed op de hervorming der fransche wijsbegeerte; als tegenstander van het sensualisme vertegenwoordigde hij de moraalphilosophie. Na de tweede restauratie werd hij president der commissie voor het openbaar onderwijs en als zoodanig lid der regeering; tevens kwam hij als afgevaardigde in de kamer, waar hij het constitutioneel systeem verdedigde.
Nadat hij 1818 met Guizot een perswetontwerp in de kamer had gebracht, nam hij zijn ontslag en sloot zich bij de oppositie aan; 1820 vormde hij de parlementaire tractie der doctrinairen. Sedert 1828 president der kamer, overhandigde hij 2 Maart 1830 aan Karel X het beroemde adres der 221 afgevaardigden; later trad hij weinig meer op den voorgrond.