Gepubliceerd op 23-02-2021

Philip loots

betekenis & definitie

nederlandsch toonkunstenaar, geb. te Amsterdam 22 Aug. 1865, vertrok op jeugdigen leeftijd met zijn ouders naar Haarlem, studeerde aan de koninkl. muziekschool te ’s Gravenhage, was van 1891— 1900 dirigent van Arti et Religioni en van 1892—96 van Apollo, beide te Amsterdam, en werd in 1898 tot leeraar in de harmonie en het contrapunt benoemd aan de school van Toonkunst te Haarlem. Zijn voornaamste composities zijn de koren: Lentezang, Kerstlied, Kroning si ieder en voor jongens en mannen; Aan ’t vaderland voor mannen; Bisschopscantate voor gemengd koor; Missa voor vrouwen; Missa Sta.

Agnes en Missa St. Jozef voor jongens en mannen; Kerstnacht, Zonnestralen voor solostem,.

< >