(nieuw-lat. papismus) de leer omtrent den paus als stedehouder van Christus op aarde en zijn onfeilbaarheid in zaken van godsdienst en zedeleer; voorts onvoorwaardelijke erkenning van het pausschap en de pauselijke macht. Papisten, zij die deze leer belijden, pausgezinden.
Papisterij, blinde vergoding van het katholicisme. In plaats van P. gebruikt men tegenwoordig ook Romanisme, en meer nog Ultramontanisme (zie ald.).