Gepubliceerd op 14-03-2021

Otto van zijl

betekenis & definitie

nederl. geschiedkundige, 1588—1656, trad op 18-jarigen leeftijd in de orde der Jezuïeten, was leeraar te Roermond, rector te ’s Hertogenbosch en te Gent en muntte uit als kanselredenaar. Hij schreef o. a.: Ruraemonda illustrata (1613); Mardochaeus triplex etc.; Cameracum obsidione liberatum (1650).

< >