eiland aan de westkust van Frankrijk, behoorende tot het dep. Neder-Charente, ten z. van het vasteland door den Pertuis de Maumusson, ten n. van het eiland Ré door den Pertuis d’Antioche gescheiden en met vuurtorens voorzien; behalve met scheepvaart houden de bewoners zich bezig met landbouw, visscherij, scheepsbouw, het zouten van visch, het bereiden van brandewijn en azijn; ook vindt men er kalk- en steenovens, zoutputten enz.
Het eiland Oléron heeft, behalve vlekken, en dorpen, drie steden, Château of He Château d’O., St. Pierre d’O. en St. Georges d’O. In de zestiende eeuw werd het door de Hugenooten van Rochelle uit in bezit genomen, doch aan dezen in 1623 door Bodewijk XIII weder ontrukt. Een decreet van 9 Oct. 1799 bestemde O. tot verbanningsoord. Naar het eiland 0. (lat.
Uliarus) wordt een zeer oude verzameling van bepalingen betreffende het zeerecht Rôles, Jugements of Lois d’O. genoemd. O., 1714/3 km.2 groot, telde in 1901: 17.033 inw.