fransch revolutionnair, geb. 6 Mei 1785 te Arras als zoon van een advocaat, werd opgeleid in het College Louis-le-Grand te Parijs; hij vestigde zich te Arras als advocaat en werd president der academie aldaar; 1789 in de nationale vergadering gekozen, trad hij reeds in de eerste zittingen buitengewoon radicaal op, doch vond daar weinig bijval; des te meer wist hij in clubs en dagbladen te bewerken; sedert de vlucht van Lodewijk XVI (20 Juni 1791) kon hij als het hoofd der fanatieke partij optreden. De grootste werkzaamheid ontwikkelde hij hij de Jacobijnen, waar hij den invloed der Girondijnen ondermijnde; hij verklaarde zich toenmaals tegen den oorlog en gedroeg zich terughoudend tegenover de gebeurtenissen van 20 Juni en 12 Aug.; doch nauwelijks was de toestand ten gunste der commune beslist of hij maakte zich op het stadhuis meester van de leiding; bij de verkiezingen voor de nationale conventie kwam hij als eerste uit de stembus.
In de conventie deed R, het voorstel, om terstond den koning terecht te stellen; het proces en de dood van Lodewijk was voor hem een triomf en de voorbode van den val der Gironde (Juni 1793). Toen reeds was R. in oneenigheid met Danton, die uitgesloten werd van het comité voor algemeen welzijn, waarin R. naar onbeperkte heerschappij streefde. Einde 1793 scheen een toenadering tusschen hen beiden tot stand te komen, doch R. wendde zich tot de Hébertisten (25 Dec. 1793). In den daarop volgenden strijd om leven en heerschappij kreeg R. in Febr. 1794 in Saint-Just een gewillig bondgenoot; eerst werden nu de Hébertisten op het schavot gebracht (Maart 1794), vervolgens Desmoulins, eindelijk ook Danton (4 April) e. a.; thans werd het Comité het willoos werktuig van zijn president R. en de ministerraad vervangen door 12 afhankelijke commissarissen. R. kon nu overgaan tot verwezenlijking van den staat van broederschap, vrijheid en gelijkheid. Daartoe verhief hij in Mei 1794 het bestaan van God tot wet voor het fransche volk en tevens werd de nieuwe eeredienst van het „hoogste wezen” op 20 Prairial (8 Juni 1794) met een feest bezegeld. Reeds 10 Juni stelde Couthon in de Conventie een reorganisatie van het revolutiegerecht voor, waarbij de wettelijke vormen geheel ter zijde werden gesteld; dit voorstel werd zonder stemming aangenomen; in 6 weken tijds werden 1366 menschen ter dood gebracht. Eindelijk stonden de deelgenooten zijner daden, die zich zelf bedreigd zagen, tegen R. op, waarop deze Saint-Just van een zending bij het Noorderleger terugriep en 8 Thermidor (26 Juli 1794) in de vergadering een complot aanbracht, dat op scheuring van de conventie aanstuurde. Als aanstokers van dit complot duidde hij enkele leden der commissies aan, wier uitzetting hij eischte; daar men echter vooraf het onderzoek van dit voorstel door de commissies verlangde, wat gelijk stond met een votum van wantrouwen tegenover R,, bereidde deze tegen den volgenden dag een opstand voor. Een stormachtige zitting volgde 9 Thermidor (27 Juli), waarin ‘ de conventie de gevangenneming van R., Couthon en Saint-Just beval. Op hun verlangen ondergingen ook R. de Jongere, de broeder van den dictator, en Lebas hetzelfde lot; de gevangenen werden echter door afgevaardigden van den gemeenteraad bevrijd, en groote volksmassa’s verzamelden zich om tegen de Conventie op te trekken, waarop deze de gevangen afgevaardigden en de hoofden van de oproerige gemeente buiten de wet verklaarde en aan Barras het opperbevel over de gewapende macht opdroeg. Bij het aanbreken van 10 Thermidor (28 Juli) rukte Barras tegen het stadhuis, waar R. zich bevond, op en dreef de oproerlingen uiteen. Een gendarme, Meda, trof R. door een pistoolschot, dat evenwel slechts zijn kaak verbrijzelde. Hij werd naar het Comité en vervolgens naar de Conciergerie gebracht, vanwaar hij tegen 6 uur nam. onder het wraakgejoel der menigte naar het schavot werd gereden. Van de 21 veroordeelden liet hij het laatst zijn hoofd onder de valbijl (28 Juli 1794). De Mémoires authentiques de M. Robespierre werden uitgegeven in 1830 (2 dln., Parijs), doch bevatten niets nieuws en zijn gecompileerd door Charles Reybaud.