Gepubliceerd op 23-02-2021

Lydië

betekenis & definitie

gewest in Klein-Azië, aan de Egeïsche zee gelegen en grenzend ten n. aan Mysië, ten o. aan Phrygië en ten z. aan Karië, waarvan het door de rivier de Meander werd gescheiden. Naast deze was de Pactalus de voornaamste rivier van het land, terwijl de aanzienlijkste steden waren: Sardes, Miletus, Smirna, Colophon, Magnesia, Phoecea en Ephese.

Het heette oudtijds Meonië, doch sedert de koningen van Assyrië er een volkplanting van Lydiërs (Ludim, afstammelingen van Sem’s zoon Lud, zie Genesis X) vestigden, ontving het bovenvermelden naam. Deze assyrische koningen worden door de ouden in de geschiedenis aangeduid met den naam Heracliden en hebben over L. geregeerd van 1221 tot 716, terwijl voor hen, volgens de overlevering, de vorstenstam van Atys regeerde, waartoe naar de meening van enkelen ook Tantalus en Pelops behoorden. Eerst met Gyges, die in 716 den troon besteeg en de dynastie der Mermnaden aan het bewind bracht, begint de geschiedenis van L. goed bekend te worden. Hij voerde gelukkige oorlogen tegen de Phrygiërs en de Grieken op de kust, wier steden Magnesia en Colophon hij veroverde. Zijn zoon Ardys 677—628 zette den krijg tegen de Grieken voort, maar werd door een inval der Cimbren genoodzaakt zijn strijdkrachten tegen dezen te gebruiken ter verdediging van zijn land. De vijanden maakten zich echter meester van zijn hoofdstad Sardus en legden hem een schatting op.

Koning Alystes, 616—559, deelde den troon met zijn zoon Croesus (zie ald.), die van 559—545 regeerde. Na deze kwam L. onder de heerschappij der Perzen, dan van Alexander, Lysimachus, de Seleuciden, de koningen van Pergamus, de Romeinen, de Byzantijnen, en tegen het laatst der 13de en het begin der 14de eeuw der Osmanen, behoudens een paar steden o. a. Phocia en Smirna, die aan Genueezen toebehoorden en eerst in de 15de eeuw onder het gezag der Muzelmannen geraakten.

< >