Gepubliceerd op 23-02-2021

Lupus

betekenis & definitie

(Wolf, lat. lupus) het meest echter aangeduid in tegenoverstelling met andere ziekten met den latijnschen naam, is eene ziekte die de huid tot zitplaats heeft en om redenen tot op dit oogenblik nog niet bekend, voornamelijk in de huid van het aangezicht zetelt. Men onderscheidt twee soorten, die niet op elkander gelijken en ook eene andere oorzaak hebben.

De twee hoofdvormen zijn lupus erythematosus en de lupus vulgaris of lupus Willani {zoo naar Willan genoemd).

De lupus erythematosus vertoont zich als eene aaneenschakeling van roode puntjes of vlekjes, die soms met dunne huidschubjes bedekt zijn, op druk met den vinger bleek worden, en meestal symmetrisch.

De oorzaak van dezen lupusvorm is ons onbekend. Bij microscopisch onderzoek werd niet anders gevonden dan een kleincellig infiltraat van het corium. Wel mag men aannemen dat de ziekte verband heeft met de smeerklieren in de huid. Daardoor kwam o. a. Hebra er toe om aan dezen vorm den naam seborrhoea congestiva te geven.

Deze vorm is zeer moeielijk voor de behandeling, ook voor de hieronder nader te beschrijven lichtbehandeling. Met goed gevolg worden groene zeep, bijtende middelen en scarificaties (insnijdingen) toegepast.

De tweede vorm, de lupus vulgaris, is meer algemeen bekend en gevreesd. Het is zeer moeielijk van deze ziekte eene beschrijving naar het uiterlijk te geven, daar zij zich onder zoovele vormen en verschillende gedaanten voordoet. Karakteristiek is echter de omstandigheid, dat de ziekte — onverschillig of zij uit een langzaam grooter wordend conglomeraat van knobbeltjes of puistjes of oppervlakkige zweren bestaat — steeds neiging heeft zich naar de peripherie uit te breiden. Soms gaat met de uitbreiding aan den rand, eene genezing in ’t centraal gelegen gedeelte gepaard. Een verder karakteristiek verschijnsel is (inde nomen), dat de ziekte het weefsel verwoest en tot verlies van substantie (neus, lippen, ooren) aanleiding geeft. Dit wegvretend karakter maakt de ziekte tot oenen ernstigen vijand, die krachtig dient te worden bestreden.

De oorzaak van de ziekte moet worden gezocht in den tuberkelbacil, althans het microscopisch onderzoek leert dat lupeuze haarden groote overeenkomst hebben met de tuberkels. Het aantal bacillen dat in het zieke weefsel voorkomt, is echter zeer gering. Daaraan moet waarschijnlijk het weinig besmettelijke karakter worden toegeschreven.

De verschillende vormen: tuberosus (knobbelvorm), exedens (wegvretende vorm), maculosus (vlekken), hypertrophicus (met zwelling gepaard gaande) en exulcerans (zwerende vorm) behoeven wij slechts aan te duiden, de lezer begrijpt uit de sprekende benamingen de verschillende groepen of vormen en zou met deze gegevens eene diagnose zelf kunnen maken.

Lupus komt op alle leeftijden voor, het is eene ziekte overwegend in de lagere volksklasse voorkomend (oorzaak onbekend). Het aantal mannen dat wordt aangetast is in alle landen waar men statistieken gemaakt heeft, overwegend kleiner dan dat der aangetaste vrouwen. Het behoort tot de zeldzaamheden dat in één gezin meer dan een kind wordt aangetast.

Lupus komt, behalve op ’t aangezicht en de slijmvliezen, voor op handen, armen, beenen, rug en borst. Het meest frequent na ’t aangezicht worden de handen aangetast.

Vaak vindt men in de familie dier lijders long- of beentuberculose. Evenals de andere lupusvorm is ook de lupus vulgaris uiterst hardnekkig voor de behandeling. Deze moet practisch bestaan in het vernietigen van het zieke granulatieachtige weefsel. Deze vernietiging kan men bereiken: door uitkrabben met een scherp lepeltje (excochleatie, grattage), door branden met gloeiend metaal (Paquelin of galvanocauteer), of door chemische middelen (zuur of alkaliën), en sommige andere als specifiek geroemde middelen (creo! sot, pyrogallus).

Sedert 1895 en ’96 is men begonnen lupus met licht en Xstralen te behandelen. De vader van de lichtmethode is Niels R. Finsen (t 24 Sept. 1904) te Kopenhagen. De Xstralen werden reeds spoedig na hunne ontdekking (Dec. 1896) aangewend, nadat men ontdekt had, dat langdurig bestralen met Xstralen veranderingen in de huid ten gevolge had. Met Xstralen zijn inderdaad zeer fraaie resultaten bereikt. De volkomen genezing wordt echter in de meeste gevallen eerst bereikt wanneer na of met Xstralen ook het geconcentreerd licht wordt toegepast.

Deze lichtgeneesmethode werd gelijk boven reeds gezegd, door prof. Finsen ontworpen. Hij werd door twee hoofdgedachten daarbij geleid. Vooreerst had hij waargenomen dat licht, en vooral sterk licht, een krachtig bacteriëndoodend middel is, en tweedens dat | dit sterke licht geconcentreerd op de huid I aangewend, eene reactieve ontsteking doet ontstaan, die zonder ettering verloopt en zonder achterlating van een litteeken geneest. Van deze wetenschap gebruik makende paste prof. Finsen het zonlicht, in groote verzamellenzen opgevangen en geconcentreerd, toe bij lupus. Hier toch gold het eene bacterie te dooden en eene ontsteking op te wekken, ten einde den voedingsbodem voor de bacterie ongeschikt te maken.

Om tot dit resultaat te geraken was echter nog meer noodig. Het bleek alras dat het licht door de bloedhoudende weefsels niet genoegzaam heen drong en een instrument bleek noodig om de weefsels bloedleeg te drukken. Dit instrument is het zoogenaamde „drukglas”, hetwelk een groote rol bij de behandeling speelt.

Toen de zon F. booze parten speelde door op onbewaakte en ongewenschte oogenblikken achter de wolken te schuilen, was F. genoodzaakt om naar een andere lichtbron om te zien en koos hij electrisch booglicht, doch zeer sterk booglicht, n.l. lampen die 70 a 80 ampère verbruiken. (De gewone booglampen in winkels b.v. nemen 7—9 ampère.) Dit licht liet F. vallen in kokers die groote overeenkomst met een verrekijker vertoonen. In deze kokers nu zijn lenzen geplaatst met het doel het licht te concentreeren en te werpen in het drukglas, dat op de te behandelen huidplek door de verpleegster, die de behandeling doet, wordt vastgedrukt.

Nu moest nog de warmte van het licht gescheiden worden. Dit bereikte F. door de eerste lens hol te maken. Deze lens wordt gevuld met gedistilleerd water en geregeld omspoeld door een stroom water uit de leiding. Aan het einde van den metalen koker bevindt zich een lange ook holle lens, die ook met gedist. water is gevuld. Dan wordt de laatste rest warmte nog verwijderd door het drukglas, waarin ook geregeld water uit de leiding circuleert. Alle lenzen zijn van bergkristal.

Glas kan niet dienen omdat glas de ultraviolette stralen (die welke de kortste golflengte hebben) absorbeert. Deze toestellen zijn duur van aankoop, en duur in bedrijf. Iedere behandeling van een plek — ongeveer een gulden groot — duurt één vol uur, doch is geheel pijnloos. Na iedere behandeling komt een met vocht gevulde blaas op, die in de practijk het kenmerk van eene welgeslaagde behandeling is. Deze blaas geneest zonder litteeken achter te laten, en wanneer de blaas genezen is, vindt men den ziektehaard minder geworden.

Bij groote uitgebreidheid is het een behandeling die enorm veel tijd en geduld vordert zoowel van patiënt als geneesheer, maar de resultaten zijn dan óok schitterend. In zijne statistiek over 800 gevallen, komt Finsen tot 96 pet. genezing, wat voor eene ziekte die te voren voor ongeneeslijk werd gehouden een enorm mooi cijfer mag geacht worden.

Daar de ziekte veel in de arbeidende klasse heerscht, en daardoor dus vele menschen aan hun werk worden onttrokken, is staatszorg voor de bestrijding dezer ziekte gewenscht. In Denemarken gaf de staat het goede voorbeeld, mogen wij hopen dat ’t bij ons ook ’t geval zal zijn. De Vereeniging ter Bestrijding van lupus in Nederland (voorzitter Mr. D. Fock, secretaris Dr. C.

W. Bollaan, beide te Rotterdam) heeft zich met een rekest om staatshulp tot den Minister van Binnenlandsche Zaken gewend. Het resultaat van dit pogen is nog niet bekend.

< >