generaal der Jezuïeten, geb. 1846 te Melgar nabij Burgos in Spanje, trad 1864 te Loyola in de provincie Biscaya in de Sociëteit van Jezus, deed zijn studiën te Poyanne in Frankrijk, werd daar priester gewijd en doceerde vervolgens twee jaren theologie; 1881—86 was hij rector v. h. seminarie en prof. in de theologie te Salamanca, daarna redacteur v. d. „Bode van het H. Hart” te Bilbao, 1887— 91 provinciaal van Castilië.
In 1891 werd hij naar Italië beroepen en door den generaal der orde, A. M. Anderledy, tot vicaris-generaal benoemd. De 24 Sept. 1892 te Loyola bijeengekomen algemeene congregatie der Jezuïeten, waaraan 72 kiezers deelnamen, koos hem 2 Oct. tot generaal. Zijn verkiezing werd aanstonds door den paus bekrachtigd en hij vestigde zich aanvankelijk, evenals zijn voorganger, te Fiesole nabij Florence, doch resideert thans te Rome.