Engelsch theoloog, anglikaansch prelaat, geb. te Londen, 1555, overl. te Winchester, 27 Maart 1625. Naast Usher was hij de geleerdste Engelsche theoloog van zijn tijd; hij was hofkapelaan van koningin Elizabeth en stond later in hooge unst bij haar opvolger, Jacobus I.
Hij nam eel aan de vertaling van den Bijbel in de Engelsche taal; het gedeelte dat aan zijn zorg was toevertrouwd bestond uit de 12 eerste boeken van het Oude Testament. Hij schreef een aantal hooggeschatte werken.