nederl. taalkundige, geb. 1809 te Arnhem; eerst huisonderwijzer, 1851—63 leeraar gymn. Leiden; vervolgens tot aan zijn dood, April 1868, met prof.
M. de Vries werkzaam aan het Woordenboek der Nederlandsche taal; bewerkte de spelling van De Vries en Te Winkel; redigeerde en was mederedacteur of medewerker van verschillende tijdschriften, en gaf in boekvorm nit: De logische analyse (1858), De Nederl. spelling onder beknopte regels gebracht (1859), De grondbeginsels der Nederl. spelling (1863), Leerboek der Nederl. spelling (1866) enz.
