(Laszlo) de heilige, koning van Hongarije, geb. 1045, overl. te Nyitra 1095, muntte uit als krijgsman en als wetgever. Onder zijn regeering 1077—95 werd het christendom voor goed in Hongarije gevestigd.
Na den dood van Zvojuimir, koning van Croatië, veroverde hij dit land en Dalmatië. Ook overwon hij de Cumanen, een oorlogzuchtig en barbaarsch volk, dat Hongarije onophoudelijk aanviel. In 1088 boden de duitsche vorsten hem de kroon van hun land aan, maar Ladislaus weigerde deze; het opperbevel over de eerste kruisvaart, welke het concilie van Piacenza hem opdroeg, aanvaardde hij daarentegen, hij stierf echter voor dat die tocht plaats vond. L. werd in 1198 heilig verklaard, zijn graf bevindt zich in de kathedraal te Nagy-Varad, waar het jaarlijks door een groot aantal bedevaartgangers wordt bezocht.