(vrijheer) natuurvorscher en industriëel, is 1788 te Stuttgart geb., legde zich op de natuurwetenschappen en de industrie toe en richtte met graaf Hugo tot Salrn te Blansko in Moravië een aantal ijzergieterijen op en later een groote beetwortelsuikerfabriek. R. ontdekte het creosoot, het paraffine en vele andere stoffen en maakte zich verdienstelijk door zijn studiën over de meteoorsteenen en zijn onderzoekingen over een zg. nieuwe natuurkracht, od genoemd.
Zijn Geol. Mittheilungen aus Mähren was de eerste geognistische monographie in Oostenrijk. Hij[ overl. 1869.