Deensch jurist en staatsman, geb. 3 Jan. 1835 op het eiland Bornholm, werd 1884 belast met het beheer van het gevangeniswezen, was 1891—94 minister van eeredienst, 19C0—01 minister van justitie. Voornaamste werken: Den danske Straff er et (dl. 1—4, Kopenh. 1875—1899), Straf f er et splejens almindelige Grundscetninger (1878), Om Lccgdommere i Straffesager (1878), Forelcesninger over den danske Straff er ets specielle Del (1887 en 1891), Forelcesninger over den almindelige Retslcere (1885—92); met Hansen: Das Staatsrecht Dänemarks (in Marquardsens „Handbuch des öffentlichen Rechts”, dl. 4, Freib. i.
Br. 1889); verder voor de Nordisk Retsencyklopcedi (stuk 5, Kopenh. 1882) de onderwerpen van algemeenen aard en die betreffende het deensche strafrecht (uitgegeven 1899), en in Holtzendorffs „Handbuch des Gefängniswesens” (dl. I Hamburg 1888) artikelen over het gevangeniswezen in GrootBritannië, de Scandinavische landen en Rusland.
