(Baron). Achterkleinzoon van den voorgaande, hofmaarschalk van Zweden, geb. te Stokholm, 1720, werd als kind naar Nederland gezonden, wraar hij te Utrecht studeerde. Naar zijn vaderland teruggekeerd, voleindigde hij zijn studiën aan de hoogeschool van Upsala, waar hij de lessen volgde van Celsius, Klengenstiern en vooral van Linnaeus. Bezitter van een zeer groot vermogen, bezigde hij dit tot allerlei goede doeleinden. Met bijzonderen ijver wijdde hij zich aan de beoefening der natuurlijke historie en vooral der entomologie. Hij werd lid van de koninklijke akademie van wetenschappen van Stokholm en overl. 8 Maart 1778. Men heeft van zijn hand in ’t fransch: Mémoires pour servir a Vhistoire des Insectes (Stokholm 1752—78, 7 dln.) Van dit werk is ’t eerste deel zeldzaam. Goeze heeft er een duitsche vertaling van in ’t licht gegeven, met aanmerkingen van zijn hand verrijkt, onder den titel: Abhandlungen zur Geschichte der Insecten, aus dem Franzosischen iibersctzt und mil Anmerkimgen herausgegeben (7 dln., Niirnb. 1778 —83). A. J. Retzius heeft de geslachten en soorten, in dit werk beschreven, afzonderlijk gecatalogiseerd en, van terminologie voorzien, uitgeg. te Leipzig (1783).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk