Gepubliceerd op 23-02-2021

Justus von liebig

betekenis & definitie

(vrijheer) duitsch scheikundige, geb. 12 Mei 1803 te Darmstadt, studeerde te Bonn en Erlangen, werd in staat gesteld zijn studiën te Parijs voort te zetten, waar hij de opmerkzaamheid van Alex, von Humboldt trok en ook met Gay-Lussac bekend werd. Door invloed van den eersten werd hij reeds in 1824 hoogleeraar in de scheikunde te Giessen, waar hij 28 jaren werkzaam was, het eerste laboratorium volgens de eischen der wetenschap in Duitschland oprichtte en de kleine hoogeschool verhief tot een middelpunt van de studie der chemie.

In 1852 aanvaardde hij een beroep naar München. Behalve door zijn Annalen der Chemie und Pharmacie, welke hij in 1832 met Geiger begon, heeft L. de wetenschap met een tal van geschriften verrijkt, van welke vooral vermeld moeten het in 1836 met Poggendorff begonnen Handwörterbuch der Chemie (9 dln., 1837—64), de bewerking van het chemisch gedeelte van Geiger’s Handbuch der Pharmacie (1839), Die organische Chemie in ihrer Anwendung auf Agricultur (8ste uitg. 1865), Die Thier chemie oder organische Chemie in ihrer Anwendung auf Physiologie und Pathologie en Chem. Briefe. L. heeft zoowel voor de technische als voor de analytische, maar inzonderheid voor de organische chemie de grootste verdiensten verworven; de physiologie van planten en dieren heeft door zijn onderzoekingen •een geheele hervorming ondergaan. Vele dezer zijn na de uitgave van zijn Grundsätze der Agricultur chemie (1855), Theorie und Praxis der Landwirtschaft (1856) en zijn reeds genoemde Chemie in Anwendung auf Agricultur in praktijk gebracht. Het door L. aanbevolen vleeschextract wordt nog steeds veel gebruikt.

Onder de redevoeringen door hem als voorzitter van de academie der wetenschappen gehouden zijn vooral te noemen die over „Franz Bacon von Verulam” (1863), over „Induction und Deduction” en over de „Entwickelung der Ideen in der Naturwissenschaft”. L. overl. 18 April 1873 te München. Hij heeft standbeelden te Darmstadt, München en Giessen. Van zijn ontdekkingen en onderzoekingen zijn de belangrijkste: die ten opzichte van de galvanoplastiek, de fabrikage van bloedloogzout, het verzilveren van glas (spiegelfabrikage), verder zijn methode het kobalt te scheiden van het nikkel, die ter bepaling van de zuurstof in de lucht door middel van pyrogalluszuur (welk zuur hij het eerst in de photographie invoerde), voorts die aangaande de analyse van organische ‘ verbindingen, enz.

< >