duitsch musicus, geb. 1812 te Berlijn, 1835—47 muziekdir. te Düsseldorf, daarna kapelmeester en leeraar aan het conservatorium te Leipzig en sedert 1860 hofkapelmeester te Dresden, waar hij 1877 overl. Hij redigeerde de uitgave van Mendelssohn’s gezamenlijke werken (Breitkopf u.
Härtel). Zijn composities bestaan uit opera’s, symphonieën, ouverturen, muziek bij drama’s (zooals Hebbel’s Judith, Calderon’s Richter von Zalamma), mannenkoren, eenstemmige liederen, enz.