duitsch oriëntalist, in Frankrijk genaturaliseerd (1854), geb. te Hamburg 1825, werd dr. in de wijsbegeerte te Kiel (1847) en begaf zich in hetzelfde jaar naar Frankrijk, waar hij te Parijs leeraar in het duitsch werd. In 1851 nam hij deel aan een wetenschappelijke expeditie naar Mesopotamië; in 1857 werd hij professor in het Sanskriet aan de „Bibliothèque nationale”, in 1874 professor in de assyrische philologie en archaeologie aan het Collége de France, in 1881 lid van de Académie des inscriptions et belles lettres.
Voornaamste werken: Eléments de la graminaire nssyrienue (1860), Histoire des empires de Chald&e et d’Assyrie (1866), Babylon et les Ba’.ylunierts (1869). Mélanges perses (1872).Zijn broeder Ernst Jacob O., geb. te Hamburg 1832, bezocht China en Japan in 1851— 53 en trachtte in 1866 en 1868 in Korea door te dringen. Over dit land deed hij een boek verschijnen: A for'Adden land (1879).
Een andere broeder, Gustav Salomon O., geb. te Hamburg 1836, was van 1872—94 professor in het Sanskriet te Madras en onderwees daarna de dravidisehe talen van zuidel. VoorIndië te Berlijn. Hij schreef o. a.: Die Handel litdiens in das Alterfhum (1879), t'ebr.r die Urjewohuer Indiens (1894).
