Gepubliceerd op 23-02-2021

Jan pieter de keyser

betekenis & definitie

nederlandsch letterkundige, geb. te Rotterdam 1818, overl. te Arnhem 1878, studeerde te Utrecht en was predikant te Varseveld, Noordeloos, Oudewater en Arnhem, waar hij veel verrichtte voor het tot stand komen van een kweekschool voor onderwijzeressen (1860). De K. schreef o. a.: Omnibus, Nederlandsch Prentenboek (met Kinderman, 1850), Uit het leven (1861), Levensvormen (1865), De Apokryfe Evangeliën (1849) en verschillende stichtelijke werken.

< >