Gepubliceerd op 18-03-2021

Jan frederik van someren

betekenis & definitie

nederl. letterkundige, geb. 12 Maart 1852 te Zutphen, ontving zijn opleiding in de boekhandels- en uitgeverszaak zijns vaders, vervolgens bij den heer Fred. Muller te Amsterdam; was van 1879 —89 assistent-bibliothecaris aan de bibliotheek der Amst. universiteit en daarna bibliothecaris der universiteit te Utrecht.

Van hem verscheen o. a.: Essai d’une bibliographie spéciale de la peinture et de la gravure en Hollande et en Belgique (1882), Moderne Jcunst in Nederland (1883—85), Oude kunst in Nederland (1888—90), Beschrijvende catalogus van gegraveerde portretten van Nederlanders (1888 —91), 3 dln.; La correspondance du prince Guillaume d’Orange avec J. de Wesenbeke (1896). Voorts leverde hij talrijke bijdragen in verschillende tijdschriften, als o. m.: „OudHolland”, „Nederl. Spectator”, Weekbl. de Amsterdammer” en de „Navorscher”, van welk laatste hij in 1891 redacteur werd en werkte hij mede aan Fred. Muller’s „Beschrijving van Nederl. historieprenten” (1879—82) en Mr. C. VosmaeFs „Onze hedendaagsche schilders” (1883-85).

< >