Gepubliceerd op 20-01-2021

Jan blanken

betekenis & definitie

Nederl. waterbouwkundige, geb te Bergambacht, 15 Nov. 1755, werd in 1775 ordinaris-opzichter op de eilanden Voorne, Goedereede en Over-Flakkee, arbeidde gedurende den oorlog met Engeland van 1779— 83 onder generaal de Graaft aan het verdedigbaar maken der nederlandsche kust, werd 5 Aug. 1785 luitenant bij de artillerie, zag in 1790 zijn antwoorden op- een prijsvraag van de Maatschappij van wetenschappen te Haarlem en van het Bataafsch genootschap van proefondervindelijke wijsbegeerte met goud bekroond, versterkte Zeeland bij den inval van Dumouriez, werd met het aanleggen van redoutes tusschen de Lek en den Ouden Rijn belast, werd na de verdediging en de kapitulatie van Oudcwater lid van een commissie van toezicht op de zeedijken onder voorzitterschap van den inspecteur-generaal van waterstaat, Brunings, en in 1800 inspecteur van den waterstaat der departementen Rijn, Schelde en Maas; koning Bodewijk benoemde hem in 1806 tot directeurgeneraal der maritieme werken; in 1808 werd hij inspecteur-generaal van den waterstaat; 2 Febr. 1811 benoemde Napoleon hem tot inspecteur-generaal van het keizerlijk korps van den waterstaat (of der ponts et chaussées); hij bouwde vele groote sluizen, havenen inundatiewerken enz.; zijn hoofdwerk is de aanleg van het Noordhollandsche kanaal. Hij overleed op den huize Vijverlust, hij Vianen, 17 Juli 1838.

Van zijn geschriften zijn te noemen: een verhandeling over het „Aanleggen en maken van drooge dokken in de Hollandsche zeehavens (in 1796 door het Bataafsch genootschap uitgegeven) ; Verhandeling over het verdiepen van het IJ voor Amsterdam (in 1808 door de Maatschappij der wetenschappen te Haarlem met de dubbele gouden medaille bekroond); Nieuw ontwerp tot het bouwen van min costbare sluizen met waaijerileuren (de eer van de in dit geschrift aangekondige uitvinding werd hem door zijn ambtgenoot, A. '1'. Goudriaan, betwist; B kreeg echter het octrooi).

< >