nederlandsch mijningenieur. geb. 16 Jan. 1851 te Wissekerke, werd 1874 tot ingenieur 3de klasse bij het mijnwezen in Nederl.-Indië benoemd, was eerst hoofdzakelijk werkzaam bij de artesische putboringen, daarna bij het geologisch tereinonderzoek, bereidde o. a. mede de ontginning van het Ömbilienkolenveld op Sumatra voor, nam in Aug. 1891 ontslag uit ’s lands dienst en overl. 11 Juni 1893 te Luik. Voornaamste geschriften: Onderzoek naar kolen in het rijk van Koetei (in het „Jaarboek van het mijnwezen in Nederl.-Indië”, 1887 en 1888), Topographische, geologische en mijnbouiokundige beschrijving van een gedeelte der afdeeling Martapoera (als voren 1893).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
