1) Oblastj, d. i. gebied, in het russisch-siberisch gouvernement-generaal Irkoetsk, grenst ten n. aan de Ijszee, ten o. en z.o. aan het Amoergebied, ten w. en z.w. aan de gouvernementen Irkoetsk en Jenesseïsk, is 3.971.266 km.2 groot en telde in 1897: 261.731 inw. Alle rivieren van J. monden uit in de IJszee; de voornaamste daaronder zijn: Anabara, Olenek, Lena, Jana, Indigirka, Alaseja en Kolyma.
Het land is bedekt met gebergten; die in het z. behooren tot het Jablonnoi- en Stanowoigebergte. J. is het koudste gedeelte van Siberië; Werchojansk wordt als de kou-noordpool der aarde beschouwd; des zomers ontdooit alleen de oppervlakte van den bodem, die daaronder tot 200 meter diepte bevroren blijft. Niettemin komen tot aan den noordpoolcirkel groote bosschen voor. De bevolking van het zuiden bestaat van landbouw en veeteelt, die van het n. van de rendierteelt, jacht en visscherij. Aan de Lena en op de eilanden in de Ijszee worden mammoetsbeenderen en walrustanden opgegraven. In de stroomgebieden van de Witim en de Olekma wordt goud gewonnen (1898 in het geheel 674V2 poed).
De hoofdhandelsplaatsen zijn de steden J. en Olekminsk. Het verkeer naar buiten het gebied gaat langs de Lena over Irkoetsk of over de haven van Ajan en de zee van Ochotsk. Het gebied is verdeeld in 5 districten: J., Werchojansk, Wiljujsk, Kolymsk en Olekminsk. Het district J. is 848.548 km.2 groot en telde in 1897: 143.799 inw., meest Jakoeten, die van landbouw, jacht en visscherjj leven.2) Hoofdstad van het gebied en het district J., ligt onder 62° 2' N.B. en 129° 44' O.L., aan de Chalystach, een westelijken arm van de Lena, bestaat nagenoeg geheel uit houten huizen, heeft straten zonder plaveisel of verlichting, en telde in 1897: 6534 inw. (voor 2/3 Jakoeten); 9 kerken, 2 progymnasia, seminarie voor geestelijken; jaarmarkt van 10 Juni tot 1 Aug. (omzet gemiddeld l]/2 mill. roebel); hoofdzetel van den noord-siberischen pelterijenhandel; stoomvaart op de Lena tot aan Oest-Koet. J. werd in 1632 door kozakken gesticht.
