Gepubliceerd op 23-02-2021

Jacob moleschott

betekenis & definitie

nederl. physioloog, geb. 9 Aug. 1822 te ’s Hertogenbosch, promoveerde 1845 te Utrecht in de geneeskunde en vestigde zich aldaar als arts, werkte hier tevens in het scheikundig laboratorium en richtte met Donders en Deen de „Nederl. Bijdragen tot de anatomische en physiologische wetenschap” op.

In 1817 vestigde hij zich te Heidelberg, waar hij privaat-docent in de physiologie en anatomie werd en zich een europeeschen naam verwierf; hij bleef in genoemde betrekking werkzaam tot 1854, toen een waarschuwing van de regeering betreffende zijn propaganda voor het materialisme, hem noopte ze neer te leggen. In 1856 ging hij* als hoogleeraar in de physiologie naar Zurich, in 1861 in gelijke hoedanigheid naar Turijn; van 1879 tot zijn dood, 20 Mei 1893, was hij te Rome, waar hij hoogl. in de physiologie was en bovendien een drukke geneeskundige practijk had. M. heeft, op de door Feuerbach gelegde grondslagen voortbouwend, het physiologisch materialisme tot een volledig wijsgeerig stelsel ontwikkeld. Volgens dit stelsel heeft al wat in den mensch omgaat en weirkt zijn oorsprong in het stoffelijk lichaam. M.’s hoofdwerken zijn in het duitsch geschreven; behalve een menigte verhandelingen in het in 1855 door hem opgerichte tijdschrift „Untersuchungen zur Naturlehre des Menschen und der Tiere” gaf hij in het licht: Physiologie der Nahrungsmittel (2de dr. Giess. 1859), Lehre der Nahrungsmittel.

Für das Tolk (Erlangen 3de dr. 1858), Physiologie des Stoffwechsels in Pflanzen und Tieren (ald. 1851), Der Kreislauf des Lebens (Mainz 1852, 5de dr. 2 dln. 1875—86), Georg Por ster, der Naturforscher des Volks (Frankf. 1854, Volksuitgave, Halle 1874), Physiol. Skizzenbuch (Giess. 1861), Ein Bliek ins Innere der Natur (1882), Karl Darwin (1883), Hermann Hettners Morgenrot (1883), Franciscus Corn. Donders (1888), Für meine Freundc. Lebenserinnerungen (Giesen 1895).

< >