(lat.) bij de Romeinen algemeene naam voor iedere soort van speer, maar in ’t bijzonder voor de 4 meter lange lans, welke vooral bestemd was om er mede te stooten en vroeger quiris (waarvan de naam Quiriten voor Romeinen afkomstig is) heette. De H. was het oorspronkelijke wapen van alle legioenssoldaten, later van de triarii (zie Legioen), totdat Marius voor het geheele legioen het lichtere pilum invoerde.
H. vclitaris was de vingerdikke, iets meer dan 1 meter lange werpspies, wier dunne ijzeren spits meestal afbrak waar zij trof, zoodat de vijand haar niet meer als wapen kon gebruiken; de velites hadden er ieder zeven. H. ansata was een werpspies, die voorzien was met riemen, waardoor men haar bij het slingeren meer kracht kon geven. De H. werd bij de Romeinen veelvuldig als symbool gebezigd: H. pura, een nog met geen bloed bevlekte speer, was de belooning voor uitstekende dapperheid; de H. fetialis werd als oorlogsverklaring door de fetialen (zie ald.) over ’s vijands grenzen geslingerd; H. cruenta, een (eigenlijk met bloed) rood geverfde speer, beteekende toestemming tot het plunderen van een veroverde stad; met de spits der kleine ijzeren H. caelibaris werd vóór de huwelijksplechtigheid het haar der bruid in orde gebracht, om de heerschappij van den man over zijn vrouw aan te duiden. Ook de plaats, waar publieke zaken behandeld zouden worden, werd door de Romeinen .aangewezen door het opstellen eener H.; zoo wees de H. censoria of locationis de plaats aan, waar de door de censoren voorgenomen verpachting van tollen en andere staatsinkomsten zou gehouden worden; de II. frumentaria beteekende goedkoope levering van koren uit de publieke opslagplaatsen in dure tijden; de II. venditionis of publica openbare veiling; ad hastam (publicam): bij openbaren gerechtelijken verkoop; er werd n.l. een H. opgestoken als symbool van het buitmaken in den oorlog, wanneer de oorlogsbuit door den romeinschen quaestor aan de meestbiedenden verkocht werd (venditio sub hasta). Ook bij de verhandelingen van het gerechtshof der centumviri werd een H. in den grond gestoken, daar dit hof de processen over grondeigendom te berechten had en de H. als teeken van rechtmatig, d. w. z. den vijand ontnomen •eigendom gold. In overdrachtelijken zin beteekende H. derhalve ook die afdeeling van het gerechtshof der centumviri, waarvoor een proces behandeld werd.