Gepubliceerd op 20-01-2021

Guiseppe botero

betekenis & definitie

Ital. romanschrijver en fabeldichter, geb. 1815 te Novara, studeerde te Turijn in de philologie, maakte in 1848 den veldtocht tegen Oostenrijk mede, werd in 1849 hoogleeraar in de ital. literatuur aan het college te Cortemilia, was achtereenvolgens directeur der lyceums te Lecce, Faenza, Pistoja, Campobasso en Pavia, en overl. 30 Mei 1885. Onder zijn vele letterkundige voortbrengselen zijn te noemen de vertellingen Rkciarda (1854), Raff'acle (1858), II Galeotto (1859), La Tradita (1861), Nella di Coitemiglia (1861), en de parabellen La min Domui (1869), Viver bene e far il bene (1872), Amore et nature (1873).

< >