Gepubliceerd op 17-02-2021

Glycocholzuur

betekenis & definitie

C26 H43 N06, een der galzuren (zie ald.); het is stikstofhoudend; bij het koken met zuren of alkaliën wordt het ontleed in glycocol en cholzuur; het is optisch actief, rechtsdraaiend, in water moeilijk, in alcohol licht, in ether niet oplosbaar; zijn fijne, glinsterende kristalnaalden smelten bij 133°; het smaakt bitterzoet,, en zijn oplossing wordt door rietsuiker en geconcentreerd zwavelzuur violetrood gekleurd. Het licht oplosbare natriumzout van het G. is een hoofdbestanddeel van de gal der plantenetende dieren, uit welke het verkregen wordt door b.v. ossengal na afscheiding van de galslijmstof te ontleden met zuren.

Het G. is een product der eiwitstofwisseling en wordt in de lever gevormd. Het heeft evenals de overige galzuren een groote beteekenis voor de resorptie van vetstoffen.

< >