Gepubliceerd op 20-01-2021

Georg busolt

betekenis & definitie

Duitsch geschiedvorscher, geb. 13 Nov. 1850 te Keppuren, studeerde te Koningsbergen, bereisde in 1875, daartoe door het ministerie van eeredienst in staat gesteld, Italië en Griekenland, kreeg in 1878 den leerstoel der oude geschiedenis aan de hoogeschool te Koningsbergen, werd in 1879 als buitengewoon hoogleeraar naar Kiel beroepen in 1881 tót gewoon hoogleeraar aldaar, benoemd, en ging in 1897 naar de hoogeschool Göttingen over; hij schreef: Grundzüge der Erkemitnisstheorie und Metaphysik Spinozas (1875, met den Kant-prijs bekroond), Forschungen zur griech. Geschichte (dl.

I 1880), Griech. Geschichte (2 dln., 1885—88), Handbuch, der klassischen Altertumswissenschaft (1887) enz.

< >