Gepubliceerd op 29-01-2021

Galega

betekenis & definitie

L. Plantengeslacht v/d. familie der Leguminosen, afdeeling der Papilionaeeeën, met slechts 3 soorten, inheemsch in Zuid-Europa en WestAzië; het zijn overblijvende kruiden met in trossen gestelde witte, roode of lila bloemen. De bekendste soort, G. officinalis, de gersteklaver, ook in Nederland een enkele maal in het wild aangetroffen op moerasGalega officjxalts, sjge plaatsen (Zwolle, a, bloem. Zeist), met een recht-opstaanden, rijk bebladerden, 1—1½ meter hoogen stengel, en laaggesteelde, bladokselstandige lila of witte bloemtrossen, komt in Zuid-Europa vrij algemeen voor en wordt elders veelvuldig als sierplant gehouden.

< >