(ridder) duitsch romancier, geb. 1 Nov. 1816 te Burtscheid bij Aken, overl. 6 Juli 1877 in zijn villa aan het Starnbergermeer; hij schreef aanvankelijk soldaten- en reisverhalen, daarop romans die in kunstenaars- en koopmanskringen spelen, en in zijn latere werken behandelt hij maatschappelijke problemen van allerlei aard; onder deze laatsten moeten vermeld: Namenlose Geschichten (3 din., Stuttg. 1851). Eugen Stillfried (3 dln. 1852), Europ.
Sklavenr lében (4 dln. 1854), Der neue Don Quixote (5 din. 1858), Die dunkle Slunde (5 dln. 1863), Künstlerroman (5 dln. 1866), Das Geheimnis der Stadt (3 dln. 1868), Nullen (3 dln. 1873), Verbotene Früchte enz.; in 1857 richtte hij met Zoller het geïll. tijdschrift „Ueber Land und Meer” op, waarvoor hij een menigte kleine verhalen schreef. Verder schreef hij ook voor het tooneel; zijn blijspel Geheimen Agent verkreeg in 1850 bij een concours te Weenen den eersten prijs. Vele werken van dezen zeldzaam vruchtbaren schrijver werden ook in het nederlandsch overgebracht.
