(Saamgetrokken van Derwent-by, aan de Derwentrivier). Graafschap van noordelijk Engeland, in de noordelijke mijn- en fabriekstreek, 2665V4 km2., in 1901: 620.196 inw. Het n.w deel, in hetwelk met den High Peak de tot het Cheviotgebergte reikende Penninische keten aanvangt, is geheel een bergland met afgeronde, kale hoogten (Kinderscaat Peak, 624 meter, Axe-Edge-Hill, 552 m. ), en doorsneden door diepe dalen; de middendeelen zijn nog hoogstens heuvelachtig, terwijl het o. en z. vlak is; met zijn vele grotten, onderaardsche rivierbeddingen, druipsteenholen, allen in het kalkgebergte, behoort D. tot de interessantste streken van Engeland; bijzonder beroemd zijn het Poolshol bij Buxton en de holen van Castleton; Arbelon bij Youlgreave is na Stonehenge het belangrijkste der engelsche steenkringen. De vruchtbare dalen worden besproeid door de Trent met de Dove en de Derwent en de Rother; meerdere kanalen, als Grand-Trunk enz., verbinden deze rivieren; op vele punten, vooral in het n. , is veeteelt hoofdmiddel van bestaan; talrijk zijn de minerale bronnen, als die van Bakewel, Buxton, Matlock, en Ilkeston; aan mineralen komen steenkool (vooral in het o. bij Chesterfield en Alfreton), ijzer, lood, zink, koper, mangaan, baryt, toonaarde bouw- en molensteenen voor. De druipsteen der holen wordt veelvuldig tot snuisterijen verwerkt; overigens katoen-, zijde- en metaal-industrie. het graafschap zendt zeven (kiesdistricten Chesterfield, High Peak, Mid Derby, Ilkeston, North-eastern Derby, Southern Derby, Western Derby), de gelijkn. hoofdstad twee afgevaardigden naar het parlement.
2) Derby, hoofdstad van het graafschap D. parlementsdistrict belangrijk spoorwegcentrum, ligt in het vruchtbaar dal van de Derwent, in 1901: 105.785 inw., textiel- en metaal-groot-industrie , fraai stadhuis , een Allerheiligenkerk uit de 16de eeuw, een in 1783 door Erasmus opgericht philosophisch genootschap met nieuw museum en bibliotheek, verder een atheneum, latijnsche school, theater, schoon openbaar park „Arboretum”