Gepubliceerd op 29-01-2021

David garrick

betekenis & definitie

Engelsch toneelspeler en schrijver van blijspelen, prologen, gedichten enz., geb. 19 Febr. 1716 of 1717 te Hereford in het gelijknamig graafschap, openbaarde reeds als knaap een ongewonen aanleg voor ’t tooneel, dat hij voor 'teerst in den zomer van 1741 en reeds dadelijk met buitengewoon succes betrad. Hij speelde in 1742 in Ierland en daarna in denDruryLane schouwburg te Londen, waarvan hij ’t bestuur op zich nam. Hij muntte zoowel in ’t tragische alsin/h komische uit, doch in ’t laatste lag zijn grootste kracht. 10 Àug. 1776 trad hij voor ’t laatst op ’t tooneel en sedert woonde hij op een buitenverblijf bij Londen, waar hij 20 Jan. 1779 over!. Zijn lijk werd in de Westminster-abdij begraven aan den voet van het Shakespeare-monument. Zijn tooneelstukken zijn opgenomen in ’t „British Theatre’’ van Bell (1786) en ook afzonderlijk uitgeg. (Londen, 1798, 3 dln); zijn blijspelen The hjiny ralet, Miss in her teens, The dandestine marriaye worden nog heden opgevoerd. G. wTas klein van persoon, doch krachtig gebouwd ; hij had zwarte levendige oogen en een zeer zuivere en welluidende stem: volleerd in de mimiek, had hij zijn bewegingen en gelaatstrekken volkomen in zijn macht; iecUre hartstocht stond hem ten dienste. Zie over hem PercyFitzgerald Airco/' Dewid Garriek (1868). Printte correspondence of />. G. irith the most celebrated persons of his time (Lond. 2 dln. 1832), Knight, David G. (Lond. 1894).

G.’s echtgenoote, Eva Maria Veigel, geb. 29 Febr. 1724 te Weenen, gehuwd 1749, overl. 16 Oct. 1822 te Londen, was danseres aan het Haymarket-theater.

< >