Gepubliceerd op 20-01-2021

Daniël brachthuiser

betekenis & definitie

Nederl. organist, geb. te Amsterdam, 28 Sept. 1779, overl. 10 Juni 1832, verloor reeds op 3-jarigen leeftijd het gezicht, had als kind met allerlei kwalen te worstelen, ontwikkelde zich niettemin zeer voorspoedig, en werd in 1801 organist der Nieuwezijdsch Kapel in zijn geboorteplaats; hij kende de voornaamste kunstgewrochten op het gebied der kerkelijke muziek van buiten, benevens de woorden en de muziek der 150 psalmen.

< >