Een Indianenvolk in NoordAmerika, zich ophoudende tusschen de Mississippi, ten o., het Rotsgebergte ten w., de Big-Rivier ten z., het Duivelsmeer ten n. De D., vroeger collectief aangeduid met den naam Sioux, waren voorheen het machtigste aller roodhuiden-volkeren; zij waren verdeeld in elf groote federatieve stammen ; een twaalfde stam vereenigde zich voor lang met de Chippeways. De D., minder groot van gestalte en robust dan het meerendeel der andere roodhuidentypes, hebben een mesaticephalen schedel en weinig aangename gelaatstrekken ; zij wonen in wigwams of tenten, voorheen van bisonhuiden, thans van allerlei stoffen vervaardigd; bovenal jagers zijnde, houden ook velen zich een goed deel van het jaar met vischvangst bezig; deze hebben meer vaste woonplaatsen, zijn bereidwillig om met blanke kooplieden, die hen wapens, geestrijke dranken enz. in ruil geven voor huiden enz., te handelen en gaan hierom voor meer beschaafd dan het overig deel van hun volk door. De D. leven polygamisch; zij zijn zeer bijgeloovig en elk heeft zijn beschermgeest en zijn talisman ; zij gelooven aan een opperste wezen of Grooten Geest. Overigens zijn het uitmuntende ruiters, en dappere krijgers, die den troepen der Vereenigde Staten reeds meerdere bloedige veldslagen leverden (1852, 1862, 1876); in 1876 vernietigde het opperhoofd Sitting Buil de geheele legerafdeeling van generaal Custer. Het getal der D. wordt op 10 a 50.000 geschat (in de staten Noorden Zuid-Dakota, Montana en Wyoming). Van hun taal leverden Riggs en Röhrig spraak^ kunsten.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk