of Cordova.
1) Provincie der zuidamerik. republiek Argentinië, grenst ten o. aan Santa-Fé, ten n. aan Santiago en Catamarca, ten w. aan Rioja en San Luis, ten z. aan het territorio de la Pampa, heeft een oppervlakte van 174768 km2, en telt 440 000 inw. In het westelijk deel verheft zich, op het 400 meter boven zeespiegel gelegen grondvlak der Pampas, het geïsoleerde bergstelsel der Siërra de Cordoba, 540 km. lang, een in den Cerro Gegantes 2350, in den Cerro Champaqui evenzoo 2350 en in den Cerro Ovejo 2200 meter hoogen, drievoudigen keten, die noordwaarts tot een laag, droog, spaarzaam met struikgewas begroeid heuvelland afvalt en in het n.w. en o. door de Salinas wordt omgeven. In de zuidhelft van dit gebergte loopen meerdere beken en op de hoogvlakten bevinden zich hier goede weiden, terwijl hierop ook vele rivieren ontspringen, die bij gebreke van eigenlijke namen genummerd zijn: Rio Primero, Segundo, Tercero, Cuarto, Quinto, en die zich in de droge pampasvlakte voor het meerendeel in lagunen verliezen. Slechts de Rio Tercero, door de zoute Saladillo of Rio Cuarto versterkt, heeft een zich tot aan de rivier Parana uitstrekkende bedding, waarvan het benedendeel, dat den naam Carcaranal draagt, echter nog dikwijls droog ligt. Aan de n.o. grens breidt zich de groote lagune de los Porongos uit (500 km2.), waarin de van het n-n.w. komende Rio Dulce uitmondt; ten z. dezer lagune ligt de Mar Chiquita (kleine zee). Aan de noordgrens ligt ook een deel der groote zandwoestijn Desierto de las Salinas Grandes, de waterlooze, zoo goed als onbewoonde Travesia de Ambargasto. Ook het oostelijk deel is een boomlooze, slechts met lage Mimosen bedekte droge vlakte. Over het geheel is C. niettemin een vruchtbaar, goed bewaterd land met een krachtige vegetatie. Veeteelt is het hoofdmiddel van bestaan der bevolking.
2) Cordoba of Cordova, hoofdstad der gelijkn. prov., de grootste stad in de binnendeelen der republiek, zetel eens bisschops, schilderachtig gelegen in het dal van de Rio Primoro, 390 m. boven zeespiegel, a/d spoorl. Santa Fé C. en Villa Nueva-Tucuman, heeft 70.000 inw., een statige kathedraal op het hoofdplein en een ruim regeeringspaleis (cabildo); niet ver van dit laatste liggen de gebouwen van het Colegio San Carlos (voorheen Jezuiten-college) met een medische, rechtsgeleerde en natuurwetenschappelijke faculteit en een 150tal studeerenden; behalve deze universiteit heeft de stad een Colegio Nacional, een soort gymnasium, twee seminariën, een sterrenwacht, enz. C. werd in 1573 door Hieronymus Cabrera gesticht, door koning Fili.ps V tot hoofdstad der toenmalige provincie Tucuman verheven, en was ten tijde der spaansche heerschappij beroemd als het middelpunt aller inrichtingen van onderwijs in Spaansch-Zuid-Amerika.