gewoonlijk Cicester of Ciceter. Marktstad en parlementsborough in het engelsclie graafschap Gloucester. 28 km. z.o. van Gloucester, aan de Churn, een der bronrivieren van den Theems: 7500 inw.: overblijfsels van oude ringmuren, die op een vroeger veel grooteren omvang wijzen, en van een romeinsch amphitheater; een prachtige laatgotische, thans gerestaureerde St.
Johnskerk, een latijnsche school, kon. landbouwschool, bibliotheek, museum van romeinsche oudheden; leder-industrie, handel in wol. C. beslaat de plaats van Corinum, Corinium of Durocornovium, de hoofdstad der Dobuni, en een belangrijk militair station der Romeinen; in 577 ingenomen door koning Ceawlin van Wessex, en in 878 door de Denen; omstreeks 1020 hield Kanut hier een raadsvergadering; Hendrik I schonk de stad in 1117 en abdij; in 1648 door Rupert ingenomen kwam zij het volgend jaar weer in de macht van Cromwell. Van tijd tot tijd werden in C. allerlei oudheden opgegraven.