Gepubliceerd op 14-03-2021

Carel johan westenberg

betekenis & definitie

geb. 1862 te Arnhem, stud. aan de Ind. Instelling te Delft en werd 1883 ambtenaar bij den burgerlijken dienst in Nederl.-Indië; was controleur in de Padangsche Bovenlanden, op Celebes, in de Westerafdeeling van Borneo, en ter Oostkust van Sumatra, en werd in Febr. 1905 ter bebeschikking gesteld voor de behandeling der Bataksche aangelegenheden.

In verschillende tijdschriften verschenen opstellen van W. over land en volk der Bataklanden, waarvan door zijne bemoeiingen reeds een aanzienlijk gedeelte langs vredelievenden weg onder Nederl. bestuur is gebracht; van bedoelde opstellen vermelden wij: Nota over de onafhankelijke Bataklanden (Tijdschr. Bat. Gen., 1891), Aanteekeningen omtrent de godsdienstige begrippen der Karo-Bataks (Bijdr. TL, Land- en V.-kunde, 1892), Verslag eener reis naar de onafhankelijke Bataklanden ten n. v. h. Tobamecr (Tijdschr. Kon.

Ned. Aardr, Gen. 1897), Twee Batakstammen (Eigen Haard, 1900), De Bataksche rijkjes Dolok en Foerba (Tijdschr. Kon. Ned. Aardr. Gen. 1905).

< >