Gepubliceerd op 14-03-2021

Carel frederik winter

betekenis & definitie

beoefenaar der Javaansche taal, geb. 1799 te Djokjakarta, was van 1818 af verscheidene jaren werkzaam als translateur in de jav. taal te Soerakarta, 1832—43 leeraar aan het Instituut voor de Jav. taal, daarna privaat-geleerde; hij overl. 1859 te Soerakarta. Werken: De Brdtdjoedd, de Barna, en de Ardjoend-sdsrd Bakoe (drie jav. heldendichten, in jav. proza, verkort uitgeg. door T.

Roorda, Amst. 1845), Het boek AdjiSdkd (oude fabelachtige geschiedenis van Java, Amst. 1857), Javaansche samenspraken (dl. I, 4de dr., door A. C. Vroede, Leiden 1902, dl. II, Amst. 1858), Kawi-Javaansch woordenboek (Batavia 1880), opstellen over jav. instellingen, gewoonten, gebruiken en rechtspleging te Soerakarta in het ,,Tijdsehr. van NederLIndië” vertaalde ook een deel der Indische wetgeving in het javaansch.

< >