Naam van een der aanzienlijkste geslachten in het oude Athene, waartoe ook verscheidene personen van den naam Hipponicus behoorden, welke namen later in dit gesl. om don andere werden gedragen, zoodat steeds de een C. en een volgende Hipponicus heette; vele leden van dit gesl. worden in de oude geschiedenis genoemd; men heeft de geschiedenis dezer familie kunnen volgen gedurende de geheele 6de en 5de eeuw v. Chr. 1) Hipponicus verrijkte zich door het misbruik dat hij maakte van eene mededeeling hem door Solon gedaan met betrekking tot <lc verlichting van den schuldenlast. 2) Callius, een rijk man, behaalde de overwinning in de pythische en olympische spelen en kocht de bezittingen van den verbannen Pisistratus.
Zi,jn zoon 6) Ui pp., bijgenaamd Aininon, zou zich de schatten toegeëigend hebben die hem door een der naar Perzië weggevoerde Kretriërs (190 v. C.) toevertrouwd waren. — Zijn zoon 4) (kallias, was de rijkste man van zijn tijd te Athene en zou eens in een kuil schatten gevonden hebben, hem door een Pers aangewezen, en later hij Artaxerxes Longimanus of een zijner satrapen over den (cimonisehen ?) vrede onderhandeld hebben. Zijn zoon. 5) Hipp. vermeerderde de van zijn vader geërfde schatten. -Zijne vrouw verliet hem en trouwde met Perioles, terwijl zijn dochter Hipparete met Alcibiades in het huwelijk trad. Hij streed voor zijne vaderstad in den peloponnesisehen oorlog en sneuvelde in den slag bij Helium in 424 v. C. Zijn zoon 6) Call. was een lichtzinnig menscli, die in de handen van tafelschuimers verviel en met hen zijn groot vermogen verbraste; bij verstiet de eene vrouw na de andere en leidde een zeer buitensporige» levenswandel.
In ’t jaar 392 v. C. diende hij onder Iphicrates in Corinthe en was vervolgens gezant van Athene te Sparta. Tn zijn laatste levensjaren was hij zoo behoeftig, dat hij gebrek leed. Zijn zoon 7) Hipp. was schoonzoon van Alcibiades. Een andere Call. zeker uit oen andere familie, sneuvelde bij Potidaea in 432 v. C., nadat hij eerst in 445 den 30 jarigen vrede met Sparta had gesloten 9) Call. tyran van Chalcis op Euboea omstreeks 350 v.
C. beoogde de verovering van het geheele eiland met behulp van den macedonischen koning Philippus. Maar noch hij hem, nocli in Thebe vond hij medewerking voor zijn plan en 'wendde zich daarop tot Athene, waarmede hij vroeger (350) in oorlog geweest was. Demosthenes begunstigde deze zaak uit vijandschap tegen Philippus, evenwel kwam zij niet tot stand, ondanks de hem door Athene bewezen hulp tegen de tyrannen, die in verscheiden steden van Euboea door Philippus waren aangesteld.. 10) Gallias, een blijspeldichter te Athene, die ongetwijfeld tot de oude comedie behoort, tijdgenoot van Cratinus en maker van 6 stukken. 11) Call. een Syracuser, schreef een geschiedkundig werk over de daden van koning Agathoeles tot. aan zijn dood, 289 v. C., in 22 hoeken, waarvan nog eenige fragmenten zijn bewaard gebleven.
