Gepubliceerd op 20-01-2021

Bern (zwitserland)

betekenis & definitie

1. Na Graubünden het grootste kanton van Zwitserland; het grenst ten n. aan den Elzas en aan de kantons Bazel en Solothurn, ten o. aan Aargau, Luzern, Unterwalden en Uri, ten z. aan Wallis, ten w. aan Waadt, Freiburg en Neuenburg en aan Frankrijk; 6889 km2., met inbegrip der meren.

Het n. en n.w. deel behoort tot het gebied van het Juragebergte, het z. tot het Alpenstelsel; het middendeel is een heuvelige hoogvlakte. De Jura, een woud- en weiderijk kalksteengebergte, dat naar het n. met steile hellingen afdaalt, bestaat uit evenwijdig loopende, naar het n. o. strijkende ketens van gelijkmatige hoogte, die door eenvormige lengtedalen, zelden door dwarsdalen, gescheiden zijn en in het n. en n.w. in breede plateaux uitloopen; de hoogste punten ervan zijn de Chasseral (1609 m.), de Montez (1332 m.), de Moron (1340 m.), de Mont-Raimeux (1306 m.), de Mont-Terrible en de Blauenberg. Een deel der Alpen neemt het zuidelijk deel van het kanton in; achter de deels begroeide, deels naakte voorAlpen der Emmen-, Saane- en Simmegroep verheffen zich de gletschers en hoogalpen der Berner- en Urner-Alpen, beheerscht door de 4167 meter hooge Jungfrau, den 4275 m.hooen Finsteraarhorn enz. Het Alpengebied van ern vormt het aan natuurschoon uitermate rijke Berner Oberland Met uitzondering van het uiterste noordwesten, welks water door de Doubs met de Alle naar de Rhône wordt afgevoerd, behoort het geheele kanton tot het stroomgebied van den Rijn, door de Birs uit de Jura en de Aar, (zie deze, deel I pag. 176).Het kanton heeft omstr. 550.000 inw., n.l. 73 per km2, in het Juragebied, 140 op het middenplateau, 35 in het Alpengebied; (470.000 evangelischen, 70.000 roomsch-kath.) Het kanton is veideeld in 30 districten: Aarberg, Aarwangen, Bern, Biel, Biiren, Burgdorf, Courtelary, Delaberg, Erlach, Fraubrunnen, Freibergen, Frutigen, Interlaken, Konolfingen, Laufen, Laupen, Munster, Neuenstadt, Nidau, Oberhasle, Pruntrut, Saanen, Schwarzenburg, Seftigen, Signau, Nieder-Simmenthal, OberSimmenthal, Thun, Trachselwald en Wangen. 460.000 der inw. spreekt duitsch, 86.000fransch, 1000 ongeveer ital. Handel, mijnarbeid en industrie vormen de hoofdmiddelen van bestaan ; het onderwijs staat nog op betrekkelijk lagen trap. In 1890 nam B in dit opzicht onder de 25 kantons van Zwitserland de 18e plaats in; lager onderwijs is verplicht. Behalve de universiteit en de veeartsenijschool in de gelijknamige hoofdstad heeft het kanton een kantonnaal technicum (sinds 1891, te Burgdorf), 3 gymnasiën (te Bern, Burgdorf en Pruntrut), enz.

Het kanton wordt bestuurd volgens de grondwet van 4 Juni 1893, die zuiver demokratisch is; de Groote raad, bestaande uit 1 lid op elke 2000 inw-, door het geheele kanton, daartoe verdeeld in 62 kiesdistricten, gekozen, vormt de wetgevende, de uit 9 door den Grooten raad te kiezen leden bestaande Regeeringsraad de uitvoerende macht; de duur van het ambt bij beide lichamen is 4 jaren; voor alle wetten en voor uitgaven boven 500.000 francs is het referendum verplicht; over aftreding der regeeringslichamen binnen den ambtsduur doet het volk, op verlangen van 8000 stemgerechtigde burgers, uitspraak. De 30, meest naar hun hoofdplaats benoemde districten, worden elk door een regeeringsstadhouder administratief bestuurd, en hebben elk een ambtsgerecht, bestaande uit een president en 7 bijzitters; het hooggerechtshof, in de stad Bern zetelend, bestaat uit 15 leden; voor crimineele, pers- en politieke delicten bestaat een hof van assizen. Ten opzichte van eedgenootschappelijke aangelegenheden vormen de 6 landschappen Oberland, Mittelland, Jura, Seeland, Emmenthal en Oberaargau elk een kiesdistrict- De protestanten staan onder een synode en 7 diakenen; de christelijken of oud-katholieken onder den Zwitserschen national en bisschop; de roomsch-katholieken behooren tot het bisdom Bazel (sinds 1873) Het kantonnale wapen is hetzelfde als dat van de hoofdstad, Bern (zie volgend artikel).

2. Hoofdstad van het kanton en het district B., sinds 1848 tevens bondshoofdstad van den Federatieven Bond, gelegen op een schiereiland aan den linkeroever der Aar; 48,000 inw. B. is een der best gebouwde steden van Zwitserland; de straten en pleinen zijn breed en regelmatig; de Stadtbach stroomt met meerdere grachten door de stad; de Aar is op vijf plaatsen overbrugd; een zesde brug, de prachtige, 229 m. lange, 13 m. breede, 34 meter hooge Kirchenfeldbrücke, voert over het Aardal, van het Helvetiaplein naar Kirchfeld, een geheel nieuwe wijk. De stad bezit bijna geen middeleeuwsche bouwwerken, tengevolge van den grooten brand van 1405, die nagenoeg de geheele stad in de asch legde; onder de sinds ontstane bouwwerken staat de van 1421-1598 gebouwde, in 1850 gerestaureerde Munsterkathedraal, een reusachtig laatgothisch bouwwerk, bovenaan; de onvoltooide toren is 71 m. hoog; het kantonnale Raadhuis dagteekent van 1406 en werd in 1868herbouwd; onder de nieuwere bouwwerken valt te noemen het Bondsraadhuis, in den florentijnschen paleisstijl, in 1857 voltooid; verder het natuur-historisch museum, het kunstmuseum, de kantonnale en de eedgenootschappelijke bank. Doordat B. vele eeuwen de zetel eener machtige en krijgszuchtige aristocratie is geweest, heeft handel, industrie noch wetenschap zich hier beduidend kunnen ontwikkelen, waartoe thans evenmin veel kans is, nu zij in hare hoedanigheid van dubbele hoofdstad de kantonnale en federatieve regeeringslichamen bevat. De voornaamste inrichtingen voor onderwijs zijn de in 1834 gestichte hoogeschool, met veeartsenijschool, tellurisch observatorium en botanischen tuin, en het stedelijk gymnasium, met hoogere burgerschool en handelsschool, enz.

Geschiedenis

(kanton en stad). Uit overblijfselen van romeinsche nederzettingen is aangetoond geworden dat het tegenwoordige Bernsche gebied reeds oudtijds bewoond is geweest. Na de ineenstorting van het romeinsche rijk werd het door de Alamannen en de Bourgondiërs bevolkt. In 534 kwam het land onder Frankische heerschappij, in 888 aan het tweede Bourgondische koninkrijk en hiermede in 1032 aan het Duitsche rijk, van hetwelk in 1127 de hertogen van Zaringen Bourgondië in leen .ontvingen. Berthold V stichtte omstreeks 1191, op het grondgebied van het Duitsche rijk, de stad Bern, als bolwerk der Zaringsche heerschappij tegen den wederspannigen adel. Na het uitsterven der Zaringers verkreeg B. in 1218 rijksvrijheid en daarmede begon zijn bloeitijd; de kleine adel en de vrije boeren uit den omtrek begonnen weldra bescherming binnen hare muren te zoeken.

Tengevolge van een met Savoie gesloten verbond had de stad in 1288 twee belegeringen van Rudolf van Habsburg te doorstaan; door de overwinning bij Laupen in 1339 brak de toenmaals kleine republiek met behulp der woudsteden de macht van den steeds haar welvaart en rust bedreigenden Bourgondischen adel en diens bondgenoote, de stad Freiburg. In 1353 sloot zij zich bij den bond der Eedgenooten aan en nam een belangrijk aandeel in de oorlogen van genoemden bond tegen de Oostenrijkers, de Bourgondiërs enz., vergrootte zich gedurig ten koste harer naaste naburen, als met Aargau in 1415, en met Waadt in 1531. De hervorming opende haar een tijdperk van vrede en voorspoed, maar verzekerde tevens het overwicht aan de aristocratie, wier macht weldra in dwingelandij ontaardde; in 1789 verklaarden Aargau en Waadt zich onafhankelijk van B. en stelden zich onder bescherming van Frankrijk. Bern werd bezet, en de stad door generaal Brune, in 1798 door het Directoire afgezonden, ingenomen. Na in 1814 de macht weder in handen te hebben gekregen en hetzelfde gebruik ervan gemaakt te hebben, moest de aristocratie in 1830 zwichten voor het democratisch element, welks beginselen (souvereiniteit des volks, vrijheid van drukpers enz.) als grondslag dienden voor de grondwet van 1846, sinds enkele malen herzien en in onderdeelen gewijzigd en eindelijk door die van 4 Juni 1893 vervangen (met 56.424 stemmen tegen 15.565).

< >